Porcelein en aardewerk.
Jaren 1700 en 1800.
Nederland.
Delftste ruime vaas met het CK merk en genummerd.
Toegeschreven aan Cornelis Koppens, eigenaar van plateelbakkerij « De Metaale Pot » in de periode 1724-1757.
Twee open vazen en vaas met cornet.
Decoratie met visserij omgeving.
Aardewerk met blauw emaille. Gemarkeerd.
Ronde borden met bloem geïnspireerde vormen, in de Chinese smaak.
Gemarkeerd.
Door 1 tot 3 tegels gevormde samenstellingen.
Decors van het Nederlandse volksleven, met typische Hollandse landschappen.
Eentegel exemplaren van de eerste eeuw van Blauw Delfts Blauw aardewerk, polychroom, volledig in kleur, de jaren 1700.
Delfts Blauw, het heel herkenbare witte porselein met prachtige blauwe decoraties is een van de typische iconen van Nederland. Het heeft een rijke geschiedenis.
Delfts Blauw in de jaren 1600 – 1800.
Tijdens de Gouden Eeuw werd Chinees porselein zeer gewaardeerd, maar in die tijd konden alleen de meest welgestelde Nederlanders zich deze luxe veroorloven.
Toch liet “de gewone burger” het daar niet bij zitten en Nederlandse pottenbakkers gingen hun eigen aardewerk maken van goedkopere materialen.
Echter, pas toen Italiaanse, Spaanse en Portugese pottenbakkers vluchtten voor de Spaanse inquisitie en naar Antwerpen en Delft trokken werd het bekende Delfts Blauw geboren.
Dit nieuwe aardewerk had heel veel overeenkomsten met Chinees porselein, maar werd gemaakt van aardewerk in plaats van porselein, dat vervolgens werd bedekt met wit glazuur en gedecoreerd met religieuze afbeeldingen en typisch Hollandse landschappen, waarbij windmolens en vissersboten vaak een prominente rol kregen toebedeeld.
Behalve borden en ornamenten gingen de Delftse pottenbakkers ook Delfts Blauwe tegels maken, waarvan er tot op de dag van vandaag veel zijn terug te vinden in Hollandse keukens en badkamers.
Tussen de zeventiende en negentiende eeuw was Delfts Blauw zo populair, vooral bij welgestelde families die graag pronkten met hun collectie, dat de pottenbakkers de vraag nauwelijks aankonden.
Toen in 1654 een aantal lokale bierbrouwerijen in Delft werden verwoest door een buskruitexplosie zagen de Delftse pottenbakkers dan ook de kans schoon om de vrijgekomen gebouwen tot pottenbakkerijen te transformeren, zodat ze nog meer Delfts Blauw konden produceren.
Tijdens de hoogtijdagen van de Delfts Blauw productie telde Delft 33 pottenbakkerijen die zich vrijwel uitsluitend toelegden op het vervaardigen van Delfts Blauw.
Tegen het einde van de achttiende eeuw kreeg het Delfts Blauw stevige concurrentie te duchten van Brits porselein, waardoor veel pottenbakkerijen in Delft hun deuren moesten sluiten.
De enige originele pottenbakkerij die tegenwoordig nog steeds open is, is "De Koninklijke Porceleyne Fles”, die nog steeds op traditionele wijze Delfts Blauw vervaardigt.
Aardewerk.
Jaren 1700.
België.
Het Vlaamse aardewerk heeft een lange traditie die teruggaat tot in de Middeleeuwen.
In de archieven zoals deze van Torhout wordt er reeds in 1542 melding van gemaakt. Het Torhouts aardewerk is toonaangevend en wordt vaak als aanduiding voor ander Vlaams aardewerk gebruikt.
Het Torhouts aardewerk werd uitluitend ambachtelijk vervaardigd.
De motieven (kenmerkend voor Torhouts aardewerk) werden met gekleurde angobe opgelegd, en door de klei te mengen met metaaloxyden werden de typische kleuren verkregen.
Bijvoorbeeld: kobaltoxyde voor blauw, koperoxyde voor groen, en met maangaanoxyde werd loodmenie voor bruin als glazuurmiddel gebruikt.
Het aardewerk werd “monocuisson” gebakken in een met kolen en hout gestookte oven.
Het Vlaamse aardewerk waren oorspronkelijk gewone gebruiksvoorwerpen met lokale roodbakkende kleisoorten, zonder enige versiering en met loodglazuur bedekt.
Nadien werden deze gebruiksvoorwerpen prachtig versierde stukken aardewerk zoals borden, koffiekannen, wijwaterbakjes, tegels, bloembakken, enz .
Vanaf vanaf 1895 werd begonnen met het vervaardigen van voornamelijk kunstaardewerk, zoals vazen, kruiken, tabakspotten en andere sierstukken soms met bloemen in hoogreliëf.
Een veelvoorkomende versiering zijn bloemen in een vlak reliëf, waarbij de versiering vaak voorbereid werd met ingekraste contourenlijnen.
In de 20ste eeuw werden met de opkomst van de Art Nouveau” stijl prachtige stukken aardewerk ook in Art Nouveau stijl vervaardigd.
Aardewerk.
jaren 1800.
Nederland.
Petrus Regout is een industrieel en politicus uit
Holland.
In 1827 stichtte hij een glasfabriek en daarna een aardewerkfabriek voor de lokale markt.
Vanaf 1834 copiëerde hij Engels aardewerk, en rond 1840 had hij daarvoor Engelse werknemers in dienst, en gebruikte Engels materiaal.
Zijn merk "Koninklijke Sphinx" genaamd, gebruikte een blauwe sfinx als logo.
Het Chinees geïnspireerde decor benadert de vervaardiging
van Delfts Blauw.
In 1870 werden zijn zonen mede-directeuren en de zaak ging verder onder de maatschappelijke benaming N.V Petrus Regout en Co.
Porcelein.
Jaren 1700.
Groot-Brittanië.
Paren van hond Spaniel, witte vacht, met ijzer rode vlekken,
Paren van hond Spaniel zwart / wit, met gele ketting,
Paren van ram schapen figurinnen, met morsen vazen,
Koperverwerkte tafelattributen.
Staffordshire, Engeland, is een district met traditioneel vervaardigen van aardewerk en porselein sinds 1700.
Honderden ovens zijn nog steeds werkzaam in het gebied.
Menig soorten aardewerk en porselein werden en worden nog steeds vervaardigd.
Privé collecties van Staffordshire beeldjes van honden of andere dieren, van royalty's en andere belangrijke historische personen, en van koperverwerkt porcelijn bevinden zich in het Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk, en vooral de Verenigde Staten.
Enkele van de beroemdste historische makers van Staffordshire zijn Adams, Davenport Ridgway, Rowland & Marsellus, Royal Doulton, Royal Worcester, Spode, en Wedgwood.
Aardewerk en Porcelein.
Jaren 1700.
Frankrijk.
« De Giraf »
Aziatische figurinnen,
vogels,
bloemen,
wapenschilden.
Drie generaties van de familie Hannong liggen tijdens de
18e eeuw (tussen 1721 en 1784) aan de oorsprong van productie van Strasbourg en Haguenau Elzas aardewerk, en de Frankenthal porseleinfabriek in de Palts.
Verschillende types van producties kunnen alnaargelang hun tijdstip worden onderscheiden :
het “grand feu bleu » van 1721 tot 1730 ;
polychroom van 1730 tot 1745 ;
de “gemengde techniek” van bakken tussen 1735 en 1745.
de “petit feu” tussen 1745 en 1781.
De producties kunnen ook worden onderscheiden naargelang hun decoratie en vorm :
van 1735 tot 1745 : de bloem van Indië, jachttaferelen, Chinese, en bijbelse onderwerpen ;
van 1745 tot 1781 : het gebruik van “pourpre de Cassius” voor het aanbrengen van de kleur ;
van 1765 tot 1775 : decoratieve en Chinese vormen, trompe l'oeil, tafel attributen, fakkels, en beeldjes.